- grootspraak
- {{grootspraak}}{{/term}}1 [opschepperij] vantardise 〈v.〉2 [overdrijving] emphase 〈v.〉♦voorbeelden:1 uit grootspraak • par bravadezonder grootspraak • sans me, te, se etc. vanter2 de schrijver vervalt dikwijls tot grootspraak • l'auteur donne souvent dans l'emphase
Deens-Russisch woordenboek. 2015.